Pap, ik denk niet dat ik het komende tentamen ga halen”. Mijn dochter Sietske is boven druk aan de studie en komt enigszins vertwijfeld naar beneden.

“De leerstof is veel te veel, 18 hoofdstukken en ik heb de laatste 3 hoofdstukken niet eens gelezen, laat staan samengevat en geleerd. Dat gaat nooit lukken”.

Sietske is niet de enige die soms denkt in termen dat iets niet zal gaan lukken. Ik merk het ook vaak op bij mijn coachees. Al hun aandacht lijkt te gaan naar iets wat ze níet willen. Als ik vraag naar wat het hen oplevert om er op die manier tegenaan te kijken, dan hoor ik vaak verklaringen als ‘als het dan niet gelukt is, ben ik minder teleurgesteld’ of ‘ik bereid me alvast voor dat ik het niet haal, dan is het minder erg’ of woorden van gelijke strekking. Misschien herken je dit wel.

 

Het is maar hoe je het bekijkt

De vraag is echter: klopt dit wel? Ben je dan ook daadwerkelijk minder teleurgesteld en is het minder erg als iets niet lukt door je daar vooraf op ‘voor te bereiden’? Ik geloof, eerlijk gezegd, van niet. Hier speelt m.i. een andere, belangrijke dynamiek om je bewust van te zijn.

Van huis uit kreeg ik vroeger al mee ‘het is maar hoe je het bekijkt’ en dat geldt hier ook. Een tentamen kan altijd meevallen, je hebt het tentamen pas niet gehaald als je het hebt ingeleverd en het nagekeken is. Daarvóór zijn alle gedachten over het resultaat slechts dat: gedachten. Je kunt kiezen hoe je er tegenaan kijkt en welke gedachten je ergens over hebt, én, hier zit de crux, dat heeft invloed op het resultaat zelf.

Je gedachten over wat er gaat gebeuren geven je brein als het ware de opdracht om te zoeken naar signalen die bevestigen wat je denkt. En dat werkt twee kanten op. Je gaat zien wat je gelooft dat waar is. Wellicht is enige oefening nodig, maar wat als je jezelf zou aanleren om je aandacht te richten op het vertrouwen in een goede afloop, op vertrouwen in jezelf en geloven dat iets mogelijk is? Wat zou dat mogelijk maken?

En er speelt mogelijk nóg iets en dat klinkt mogelijk wat paradoxaal; hoe minder je je hecht aan het beoogde resultaat, hoe meer ruimte je in jezelf ervaart en hoe vrijer je je kwaliteiten in kunt zetten. En hoe makkelijker en waarschijnlijker het is dat je het resultaat wél bereikt. Maar hoe doe je dat? Want, in het voorbeeld van Sietske, dat tentamen wil ze natuurlijk dolgraag halen!

Het hebben van een ‘hoge intentie’ (geloof en vertrouwen in een goede afloop) kan heel goed samengaan met een ‘lage gehechtheid’ op het resultaat. Hier gaat het er om dat je inziet dat het al of niet halen of bereiken van iets (in dit geval een tentamen) niets zegt over jou, noch over wie je bent. Vóór het tentamen had je het niet gehaald en achteraf ook niet, je leven en wie je bent is feitelijk niet veranderd. Door er op deze manier naar te kijken geef je jezelf de ruimte om er luchtiger in te staan én er, tegelijkertijd, vól voor te gaan.

Merk de komende week eens op of je je in gedachten alvast aan het voorbereiden bent op een slechte uitkomst van iets en stel jezelf dan eens de volgende vragen:

  • Wat zou ik graag willen dat er gebeurt?
  • Wat als ik eens erop zou vertrouwen dat het goed gaat?
  • Wat is er voor nodig om mezelf wat ruimte te geven t.a.v. het al of niet halen van het beoogde resultaat?

Ik wens je daarmee veel plezier! En het tentamen van Sietske? Een 5,5, dus gehaald!

 

Realiseer een doorbraak in slechts 15 minuten

Stuur mij de tweewekelijkse Thought for the Week